Vier stellingnames in de mondzorg. 1. Patiënten zijn geen consumenten. 2. Zorginstellingen behoren niet winstgericht te zijn. 3. Een tandarts is vóór alles zorgverlener. 4. Zorg is doelmatig met behoud van kwaliteit.
Met een zelfstandige praktijk is de tandarts de spil in de zorg voor de patiënt premarin 1.25. Een langdurige persoonlijke relatie kenmerkt deze vorm van praktijkvoering, een belangrijke kwaliteit voor de patiënt, en een waarborg voor continuïteit. ‘Ketens in de mondzorg’ (FD 14 oktober) zijn anders georganiseerd. Het zijn ondernemingen met aandeelhouders, een directeur, management en ondersteuning, vaak wisselende tandartsen, mondhygiënistes en tandartsassistentes, meerdere vestigingen, betere onderhandelingspositie bij inkoop en verzekeraars. De bedrijfscultuur is gericht op winst en efficiëntie door een geprotocolleerd taakgericht proces, waar behandelingen overgedragen worden naar lager opgeleid personeel ten behoeve van het bedrijfsresultaat. Ook veel klassieke tandartspraktijken maken gebruik van lager opgeleid personeel. Maar door de beperkte schaalgrootte van de zelfstandige tandarts houdt de tandarts-eigenaar gemakkelijker overzicht en blijft deze het aanspreekpunt voor de patiënt.
VWS ziet voordelen in de inzet van lager opgeleiden; tariefsverlagingen lonken. Maar wat schiet de patiënt er mee op als daarmee de continuïteit, de kwaliteit en zijn veiligheid risico lopen? Het zou daarom beter zijn als de overheid jonge tandartsen juist stimuleert een eigen praktijk te starten, door een vestigingsbeleid te creëren waarin zij dat kunnen. Juist deze zorgprofessionals zijn in staat om gevolg te geven aan de vier stellingnames. Patiënten hebben recht op en zijn ook bereid te betalen voor een hoge kwaliteit van zorg waarbij veiligheid en continuïteit geborgd worden.
Jorinde Bisschop is tandarts te Wassenaar.